LEES
Nieuws

Nieuw in de Wwft: het FIU-verzoek tot het aanhouden van transacties

Date:November 24, 2025

Met de inwerkingtreding van de Wet versterking strafrechtelijke aanpak ondermijnende criminaliteit II op 10 november 2025 is artikel 17a Wwft ingevoerd. Dit artikel creëert een specifieke bevoegdheid voor FIU-Nederland om een financiële instelling te verzoeken een transactie tijdelijk (maximum 5 werkdagen met een verlenging van nog eens 5 werkdagen) aan te houden. De regeling vult een lacune tussen het strafvorderlijk beslagregime en de meldplicht onder de Wwft, doordat in bepaalde situaties wel signalen bestaan, maar (nog) geen wettelijke grondslag voor ingrijpen aanwezig is.

Snelle en grensoverschrijdende betalingsverkeerprocessen maken tijdig optreden lastiger, waardoor vroegtijdige blokkering via een FIU-verzoek noodzakelijk kan zijn. In situaties waarin een buitenlandse FIU een signaal afgeeft aan FIU-Nederland, ontbreekt bovendien vaak een strafvorderlijke basis om direct beslag te leggen. Artikel 17a creëert dan een beperkte, niet-strafvorderlijke interventiemogelijkheid.

Of het aanhouden van transacties daadwerkelijk bijdraagt aan het doorbreken van criminele geldstromen is tot op heden nog niet vastgesteld. De effectiviteit hangt er vooral van af of instellingen hun systemen en processen snel genoeg kunnen aanpassen.

Alle Wwft-instellingen

Artikel 17a Wwft was bij introductie uitsluitend gericht op banken. De bevoegdheid van FIU-Nederland om transacties tijdelijk te laten aanhouden gold daarmee alleen voor instellingen die het betalingsverkeer uitvoeren. Met het door de Tweede Kamer aannemen van het amendement op 4 september 2025 is de reikwijdte uitgebreid: ook andere Wwft-instellingen kunnen immers betrokken zijn bij transacties die mogelijk verband houden met witwassen of terrorismefinanciering. Artikel 17a geldt daarmee niet alleen voor banken, maar kan ook worden toegepast op andere financiële instellingen, waaronder beleggingsinstellingen, cryptodienstverleners en beleggingsondernemingen, maar ook op makelaars, notarissen, belastingadviseurs en advocaten.

Updaten van procedures en systemen

Art 17a lid 5 Wwft geeft specifiek aan dat een financiële instelling dient te beschikken over gedragslijnen, procedures en maatregelen die haar in staat stellen te voldoen aan het onverwijld vervolg geven aan een verzoek van FIU. Met onverwijld wordt hetzelfde bedoeld als bij de FIU melding: zonder oponthoud.

Dit betekent dat instellingen hun bestaande systemen en processen zodanig moeten inrichten dat transacties daadwerkelijk tijdelijk kunnen worden aangehouden. Denk daarbij aan de inrichting van interne communicatiestromen, transactiesystemen, doorlopende monitoring en klantcommunicatie. In de praktijk zal de implementatie hiervan voor veel instellingen een uitdaging blijken, omdat processen en systemen momenteel niet zodanig zijn ingericht dat transacties direct kunnen worden aangehouden.

Het is aan te raden om een onderzoek in te stellen naar aanleiding van het FIU-verzoek of er voorafgaand aan het verzoek mogelijke ongebruikelijke transacties hebben plaatsgevonden en of verdere acties noodzakelijk zijn.

Informeren client

De regelgeving rondom een verzoek van de FIU aan een instelling moet niet worden verward met de regelgeving rondom een melding van een verdachte transactie aan de FIU door een financiële instelling.

Hier zijn twee zaken van belang om uit elkaar te houden. Namelijk dat bij een FIU-melding (nog) geen verdenking is en dus geen wettelijke grond bestaat voor het aanhouden van een transactie, en bij een FIU-verzoek voor het aanhouden van een transactie dit wel het geval is. Daarnaast geldt bij het doen van een melding door een instelling bij de FIU het tipping-off verbod, terwijl bij het verzoek van de FIU voor het aanhouden van een transactie wettelijk bepaald is dat je de client hierover wel mag informeren.

Artikel 17a bevat een informatieplicht die in de praktijk botst met de systematiek van het tipping-off-verbod uit artikel 23 Wwft. In het kader van het tipping-off-verbod wordt van instellingen verwacht dat zij het feit dat zij een transactie bij de FIU hebben gemeld niet met de klant delen. In het geval van een FIU-verzoek om een transactie aan te houden moet dit echter terstond aan de cliënt worden gemeld. Waar voorheen elke interactie met de FIU geheim moest worden gehouden, vormt artikel 17a Wwft hierop een uitzondering. Tegelijkertijd maakt deze uitzondering het voor instellingen beter uitlegbaar aan de klant waarom bepaalde transacties niet worden uitgevoerd.

Verhouding tot de nieuwe Europese antiwitwaswetgeving (AMLR)

De AMLR zal het (voor de Nederlandse praktijk nieuwe) regime rond het blokkeren van transacties na een FIU-melding harmoniseren (artikel 71 AMLR), maar bevat geen bepaling die overeenkomt met de Nederlandse bevoegdheid uit artikel 17a Wwft. Het is daarom onzeker in hoeverre artikel 17a Wwft onder het toekomstige geharmoniseerde EU-kader kan blijven bestaan.