Regulatory Update: de aandachtspunten over Q4 2025
Projective Group (Risk & Compliance) volgt de ontwikkelingen in financiële wet- en regelgeving op de voet. Met behulp van Ruler houden we alle actualiteiten bij. Vervolgens bepalen we welke impact de wijzigingen hebben en vertalen we de ontwikkelingen naar de dagelijkse praktijk van onze klanten.
Met welke ontwikkelingen moet je rekening houden? In onze Regulatory Update geven we ieder kwartaal een gestructureerd overzicht van de veranderingen op het gebied van wet- en regelgeving en de gevolgen voor financiële instellingen. In dit artikel lichten we een aantal ontwikkelingen toe.
In deze video begeleidt expert Danielle je persoonlijk door de belangrijkste hoogtepunten van de nieuwste regelgevende ontwikkelingen. Deze video is momenteel alleen beschikbaar in het Nederlands.
Terugblik
Welke wet- en regelgeving is onlangs in werking getreden?
Op 8 juli 2025 trad de nieuwe RTS inzake penetratietesten in werking.
De Gedelegeerde Verordening (EU) 2025/1190 introduceert technische standaarden voor threat-led penetration testing (TLPT) binnen het Europese DORA-kader. Deze regels bepalen hoe financiële instellingen - waaronder banken, betaalinstellingen en vermogensbeheerders - periodiek hun digitale weerbaarheid moeten toetsen.
Op 15 juli 2025 heeft DNB de nieuwe gids voor de beheersing van klimaat- en milieurisico’s gepubliceerd. Deze gids biedt praktische handvatten voor de beheersing van deze risico’s voor verzekeraars, pensioenfondsen, beleggingsondernemingen en -instellingen (bobi’s), en betaal- en elektronischgeldinstellingen. DNB verwacht dat instellingen klimaat- en milieurisico’s integreren in hun risicobeheersing, strategie en governance. De gids sluit aan bij Europese initiatieven zoals CRD6 en de CSRD en wordt door DNB actief gebruikt in toezichtgesprekken en SREP-beoordelingen. Voor banken geldt deze gids niet; zij vallen onder de ECB-gids.
DNB heeft op 26 augustus 2025 geactualiseerde Good Practices voor het SIRA-proces (Systematische Integriteitsrisicoanalyse) gepubliceerd, inclusief een feedbackstatement. De update bevat aangescherpte verwachtingen voor het identificeren, beoordelen en mitigeren van witwas- en sanctierisico’s, met nadruk op data-analyse, periodieke herziening en het vastleggen van risicobereidheid.
De volgende ontwikkelingen worden in dit artikel toegelicht:
AFM scherpt toezicht op pensioencommunicatie aan
De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft aangekondigd in 2025 en 2026 extra aandacht te besteden aan pensioencommunicatie in het kader van de Wet toekomst pensioenen (Wtp). Op 11 september 2025 publiceerde de AFM een rapport met bevindingen en verwachtingen over de wijze waarop pensioenfondsen deelnemers moeten communiceren over compensatie voor actieve deelnemers die nadeel ondervinden van de overstap naar een andere premiesystematiek.
Nu pensioenuitvoerders volop bezig zijn met de transitie naar het nieuwe pensioenstelsel, benadrukt de AFM dat communicatie richting deelnemers duidelijk, evenwichtig en tijdig moet zijn.
De AFM onderscheidt vier kernpunten voor goede pensioencommunicatie:
begrijpelijke taal en concrete uitleg van keuzes en gevolgen;
evenwichtige communicatie over risico’s, rendement en onzekerheden;
betrouwbare digitale hulpmiddelen die deelnemers actief ondersteunen bij hun keuzes; en
tijdige informatie over de gevolgen van de stelseltransitie voor opgebouwde rechten, premies en toekomstige uitkeringen.
Deze aandachtspunten sluiten aan bij de wettelijke eisen uit de Pensioenwet en het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling, die sinds de Wtp zijn aangescherpt om meer nadruk te leggen op begrijpelijke, keuzegerichte en transparante communicatie.
De AFM voert in 2025 en 2026 onderzoeken uit naar transitiecommunicatie bij pensioenuitvoerders. Op basis daarvan volgt in 2026 een nadere handreiking met best practices voor duidelijke en betrouwbare pensioencommunicatie.
Pensioenfondsen, verzekeraars en PPI’s doen er goed aan hun communicatie nu al te toetsen aan de Wtp-eisen en AFM-aandachtspunten. Heldere, eerlijke en toegankelijke informatie draagt niet alleen bij aan naleving van de regelgeving, maar versterkt ook het vertrouwen van deelnemers in het nieuwe pensioenstelsel.
Nieuwe regels voor banken: Implementatiewet kapitaalsvereisten 2026 (CRD6)
Vanaf 11 januari 2026 treedt de Implementatiewet kapitaalvereisten 2026 in werking. Met deze wet worden Europese afspraken uit de Capital Requirements Directive VI (CRD6) opgenomen in de Wet op het financieel toezicht (Wft) en de Bankwet 1998. Het doel is om toezicht, governance en duurzaamheid binnen de Europese bankensector verder te harmoniseren.
Voor Nederlandse banken betekenen de nieuwe regels onder meer:
Toestemming voor belangrijke transacties
Er komen geharmoniseerde Europese regels voor voorafgaande toestemming bij fusies, deelnemingen en andere belangrijke transacties. Dit wijzigt het huidige vvgb-stelsel van DNB (verklaring van geen bezwaar).
Uitbreiding van geschiktheidstoetsingen
De definitie van een sleutelfunctie wordt verbreed. Ook medewerkers die invloed hebben op het risicoprofiel van de bank moeten voortaan worden getoetst op geschiktheid en betrouwbaarheid.
Integratie van duurzaamheid
Banken moeten ESG-risico’s (ecologisch, sociaal en governance) opnemen in hun strategie, risicobeheersing en beloningsbeleid. Daarnaast moeten zij een ESG-transitieplan opstellen met duidelijke doelstellingen voor de komende jaren.
Striktere regels voor buitenlandse bijkantoren
Derde-land banken die in Nederland actief willen zijn, moeten een vergunning aanvragen voor hun bijkantoor en voldoen aan minimumeisen voor kapitaal, governance en toezicht.
Afkoelingsperiode voor toezichthouders
Medewerkers van DNB die toezicht hebben gehouden op een instelling, mogen pas na een afkoelingsperiode van minimaal drie maanden bij die instelling in dienst treden.
De implementatie van CRD6 vraagt dat banken hun governance, risicobeheersing en duurzaamheidsbeleid tijdig aanpassen aan de nieuwe Europese eisen. Instellingen doen er goed aan nu al te beoordelen of hun procedures voor transactiegoedkeuring voldoen, alle sleutelfuncties correct zijn geïdentificeerd en getoetst, en duurzaamheidsrisico’s structureel zijn geïntegreerd in beleid en rapportages.
Digitale euro: Europese wetgeving in voorbereiding
De Europese Unie werkt aan een wettelijk kader voor de invoering van een digitale euro – een digitale vorm van centraal bankgeld uitgegeven door de Europese Centrale Bank (ECB). Op 28 juni 2023 publiceerde de Europese Commissie (EC) een voorstel voor een verordening die de digitale euro moet verankeren als wettig betaalmiddel binnen de eurozone. Het doel is de euro toekomstbestendig te maken in een steeds digitaler betaalverkeer.
Belangrijkste onderdelen
De digitale euro zal, net als contant geld, breed inzetbaar zijn voor betalingen tussen consumenten en bedrijven. Voor Nederlandse banken en betaalinstellingen is de verordening vooral relevant omdat:
zij verplicht worden digitale eurobetalingen te accepteren zodra deze wordt ingevoerd;
zij digitale-eurodiensten mogen aanbieden zonder aparte vergunning, mits zij al een vergunning als bank of betaaldienstverlener hebben;
de ECB limieten zal stellen voor het aanhouden van digitale euro’s om te voorkomen dat deze als spaarmiddel wordt gebruikt;
de digitale euro nadrukkelijk een aanvulling vormt op contant geld, niet een vervanging daarvan.
Stand van zaken en vervolgstappen
De ontwikkeling van de digitale euro verloopt via twee parallelle trajecten. Enerzijds werkt de ECB sinds november 2023 aan de technische infrastructuur, beveiliging, privacyaspecten en gebruiksvriendelijkheid. Deze voorbereidingsfase loopt tot eind 2025, waarna wordt besloten over een implementatiefase. Tegelijkertijd onderhandelen de Europese Commissie, de Raad en het Europees Parlement over de verordening, die de juridische basis moet vormen voor invoering. Politieke overeenstemming wordt in 2026 verwacht.
Pas wanneer zowel de wetgeving is vastgesteld als de voorbereidingsfase succesvol is afgerond, kan de ECB besluiten tot uitgifte. De digitale euro zou dan rond 2028–2029 gefaseerd kunnen worden ingevoerd in de eurozone.
Impact voor financiële instellingen?
De digitale euro kan de inrichting van het Europese betalingsverkeer ingrijpend veranderen. Nederlandse banken en betaalinstellingen doen er goed aan nu al te onderzoeken welke gevolgen dit heeft voor systemen, risicobeheer en klantprocessen.
De digitale euro is bedoeld als extra betaalmogelijkheid naast contant geld of banktegoeden, zodat consumenten en bedrijven keuze behouden, terwijl betalingen eenvoudiger, veiliger en beter toegankelijk worden.
EU onderzoekt vereenvoudiging financiële transactierapportage (MiFIR, EMIR en SFTR)
De Europese Autoriteit voor Effecten en Markten (ESMA) onderzoekt hoe de transactierapportageverplichtingen uit MiFIR, EMIR en SFTR kunnen worden vereenvoudigd. Doel is het verlagen van administratieve lasten voor financiële ondernemingen en het verbeteren van datakwaliteit. De beoogde wijzigingen zullen naar verwachting niet eerder dan begin 2028 in werking treden.
De voorstellen zijn relevant voor alle instellingen die transacties rapporteren op grond van de Europese regelgeving voor financiële markten, waaronder:
MiFIR (transactierapportage handelsplatformen en beleggingsondernemingen),
EMIR (derivatenrapportage en risicobeheer), en
SFTR (rapportage van effectenfinancieringstransacties).
Doel en inhoud van het initiatief
Op 23 juni 2025 publiceerde ESMA een consultatie om input te verzamelen over manieren om het rapportagestelsel te vereenvoudigen. Dit initiatief maakt deel uit van het bredere EU-programma om de rapportagelast voor bedrijven met 25% en voor MKB’s met 35% te verminderen. ESMA signaleert in het voorstel knelpunten zoals dubbele rapportages, uiteenlopende definities, gescheiden rapportagekanalen en hoge IT-kosten.
Om deze problemen op te lossen, schetst ESMA twee hoofdrichtingen:
Verwijdering van overlappingen: rapportageverplichtingen beter verdelen over bestaande kaders, bijvoorbeeld beurstransacties via MiFIR en OTC-derivaten via EMIR. Ook kan een onderscheid worden gemaakt tussen transacties (MiFIR) en post-trade-gebeurtenissen (EMIR).
Voordeel: relatief snel uitvoerbaar.
Nadeel: overlap blijft deels bestaan.
Het ‘report once’-principe: éénmalige rapportage via een geharmoniseerd EU-sjabloon dat geldt voor MiFIR, EMIR en SFTR (en mogelijk andere kaders zoals REMIT of Solvency II).
Voordeel: maximale lastenvermindering en consistentie van data.
Nadeel: hoge implementatiekosten en lange doorlooptijd (geschat op 5–7 jaar).
Daarnaast onderzoekt ESMA het gebruik van nieuwe technologieën zoals DLT of smart contracts en centrale data-inzameling bij ESMA om de efficiëntie verder te vergroten. De consultatie liep tot 19 september 2025; het eindrapport wordt begin 2026 verwacht. Op basis daarvan kunnen wetsvoorstellen volgen die, afhankelijk van de gekozen optie, rond 2028 van kracht worden.
Voor Nederlandse banken, beleggingsondernemingen, clearinginstellingen en andere rapportageplichtige partijen kan dit initiatief op termijn leiden tot minder dubbele rapportages en lagere nalevingskosten. Instellingen doen er goed aan de consultatie te volgen, interne rapportageprocessen te inventariseren en zich tijdig voor te bereiden op mogelijke technische en organisatorische veranderingen in hun rapportageketens.
Vooruitblik
Met welke aankomende wet- en regelgeving moet u nog meer rekening houden?
In ons volgende Regulatory Update-artikel gaan we dieper in op onder andere de volgende ontwikkelingen:
Implementatiewet ter voorkoming van witwassen en terrorismefinanciering
Wetsvoorstel implementatie Richtlijn loontransparantie mannen en vrouwen
We hopen dat dit artikel je een goed beeld heeft gegeven van recente ontwikkelingen. Omdat wet- en regelgeving voortdurend in beweging is, wil je er natuurlijk zeker van zijn dat je niets over het hoofd ziet. Vraag daarom een op maat gemaakte Regulatory Update aan (beschikbaar in het Nederlands en Engels).
Met deze kwartaalrapportage ontvang je een helder overzicht van actuele ontwikkelingen, aankomende wetswijzigingen en relevante publicaties en consultaties - volledig afgestemd op jouw organisatie en activiteiten. Onze ervaren consultants lichten de belangrijkste punten toe, beantwoorden je vragen over de interpretatie van wetgeving en denken mee over vervolgstappen en praktische uitvoering. Indien gewenst stellen zij een concreet plan van aanpak op voor het aanpassen van beleid en procedures.
Zo blijft je voorbereid op nieuwe regelgeving en houd je grip op de gevolgen voor uw organisatie.
Neem geheel vrijblijvend contact met ons op voor meer informatie.